Persbericht Militariabeurs Houten

29-08-2021 | Militariabeurs Nieuws

Naar aanleiding van de televisie-uitzending van het BNNVARA programma Kassa, van zaterdag 28 augustus 2021, staat hieronder een reactie namens de beursorganisatie.

De bedoeling van dit bericht is om duidelijk te maken dat wij ALTIJD op alle mogelijke manieren afstand nemen van alles wat valt onder nazisme, racisme, antisemitisme en alle andere eventuele uitingsvormen van discriminatie. De beurs is er voor iedereen en haar bezoekers zijn een afspiegeling van de maatschappij. Militariabeurs Houten bestaat inmiddels ook al meer dan veertig jaar en is eind jaren zeventig begonnen in Bussum, van daar uit doorgegroeid in Huizen en inmiddels alweer zes jaar gesitueerd in Houten. Belangrijk om hierbij aan te geven is dat er nooit onenigheid is geweest en de beurs in de eerste plaats een gezellige ontmoetingsplaats is voor geïnteresseerden in militaire geschiedenis. Onder onze bezoekers bevinden zich nagenoeg alle musea uit Nederland en de haar omringende landen. Bezoekers komen uit heel Europa. Onder de vaste jaarlijkse bezoekers zitten zelfs mensen uit Malta, Israël, Japan en Amerika.

Op de beurs zijn voorwerpen uit alle perioden van de menselijke geschiedenis te vinden. Van Romeins tot Napoleontisch, en van het Warschaupact tot beide Wereldoorlogen en huidige militaire operaties. Logischerwijze liggen er veel Tweede Wereldoorlog voorwerpen, daar dit in de Nederlandse geschiedenis het meeste recente militaire conflict is geweest en er daardoor relatief veel voorwerpen van bewaard zijn gebleven. Naast heel veel geallieerd materiaal (bijvoorbeeld Amerikaans, Russisch, Canadees, Pools, et cetera) kan men op de beurs ook veel Duitse voorwerpen aantreffen. Een oorlog bestaat altijd uit meerdere partijen, en het zou heel raar zijn om de Duitse kant weg te laten. De Duitsers vertegenwoordigden simpelweg de helft van de oorlog en ook dat verhaal mag niet vergeten worden. Natuurlijk heeft veel van het materiaal op de beurs daardoor ook een beladen achtergrond. Zoals men zich kan indenken bevatten veel historische voorwerpen ook symboliek uit de periode waarin ze gemaakt zijn. In het geval van Duitse voorwerpen kan dit betekenen dat er bijvoorbeeld een swastika op een voorwerp kan staan. Het is niet onze intentie dit te ontkennen, het is simpelweg zo. De voorwerpen zijn er, en zijn belangrijke historische overblijfselen en bronnen uit een verschrikkelijk tijdperk. Deze voorwerpen mogen dan ook nooit vergeten worden, want ze vertellen stuk voor stuk een verhaal. Een verhaal dat verzamelaars onderzoeken en waardoor het verleden verteld kan worden. De educatieve waarde is dan ook enorm. Het aantal mensen dat op enigerlei wijze publicaties op haar naam heeft is wellicht nergens zo groot als onder de beurspopulatie. Dit draagt in grote mate bij aan bewustwording en maakt dat herinneringen aan de oorlog niet vergeten worden. Ook zouden er geen herdenkingen zijn zonder verzamelaars.

Belangrijk bij het bovenstaande is de context waarin de hierboven genoemde voorwerpen worden gepresenteerd. Niet voor niets bestaan er strenge wetten die toezien op misbruik. In een besloten omgeving als een museum, of historische verzamelbeurs, kan men niet zomaar plotseling worden geconfronteerd met deze beladen geschiedenis en daarom zijn dit dan ook bij uitstek de belangrijkste plaatsen waar deze voorwerpen mogen worden getoond. De sociale controle van bezoekers en standhouders onderling is hierbij erg belangrijk. Eventuele idioten met afwijkende meningen, laat staan neonazi’s, zouden direct worden herkend en van de beurs worden verwijderd, als zij hun verachtelijke mening kenbaar zouden maken. De beurs krijgt (ook op eigen aanvraag!) elk jaar meerdere malen controle van gemeentelijke handhavers en de politie. In de 24 edities die in Houten hebben plaatsgevonden is er nog nooit iets geconstateerd dat niet zou mogen volgens de wet. Was dit wel zo geweest dan had de gemeente en/of de politie natuurlijk al lang ingegrepen.

Wij betreuren de ophef die er de laatste dagen is ontstaan door de eenzijdig getoonde uitzending van BNNVARA’s Kassa, en tonen alle begrip voor de geschrokken reacties van het CIDI en CJO. In de uitzending ontbrak helaas elke context. Zou men in bijvoorbeeld het Rijksmuseum of Overloon oorlogsmuseum alle swastika’s gaan filmen en die op eenzelfde manier presenteren aan nietsvermoedende kijkers, dan zouden die ook geshockeerd zijn. Zoals de lezer van dit bericht zich kan indenken, is dit echter niet een representatieve weergave. De realiteit is dat de beurs – net als bijvoorbeeld een oorlogsmuseum – een plek is waar wel degelijk veel nazimateriaal ligt, maar waar van de misschien wel meer dan 100.000 voorwerpen er ook meer dan 50 tot 60 duizend niet Duitse objecten aanwezig zijn.

Wij willen, hoewel we het misschien op onderdelen niet altijd eens zijn met de mening van een enkeling, die om wat voor reden dan ook tegen onze historische verzamelbeurs is, benadrukken dat we altijd binnen de kaders van de wet opereren. Kunnen de beurs en de aldaar getoonde voorwerpen dan toch aanstootgevend zijn? Natuurlijk! Maar dat kan ook zo zijn als men naar een museum gaat. Een vegetariër die bewust in een restaurant vlees bestelt kan ook verwachten dat hij/zij geconfronteerd wordt met iets dat men niet wilt zien.

Helaas hebben we ons in deze Coronatijden en daarmee samenhangende strenge maatregelen, waarschijnlijk te weinig gefocust op controle van aangeboden artikelen. De uitzending van Kassa liet zien dat er op de beurs een tweetal Jodensterren – waarvan een zelfs met bijbehorende pas – lagen. Deze hadden nooit op de beurs aangeboden mogen worden. De handel in Holocaust voorwerpen keuren wij af en vinden we moreel verwerpelijk. Hier nemen we dan ook afstand van. Het is bij wet niet verboden deze te verkopen, maar wij zijn van mening dat deze voorwerpen beter op een andere integere wijze kunnen worden behandeld. Musea hebben ze vaak al voorradig, maar donatie aan onderwijsinstellingen zou een goede optie zijn. De standhouder die deze voorwerpen aanbood is meteen van de beurslijst gehaald en is niet meer welkom op onze beurzen. Wij doen ook de toezegging dat er voortaan veel strenger gecontroleerd zal worden op Holocaustmateriaal. Sowieso hanteert de beurs een streng selectiebeleid met betrekking tot wie er wel of niet mag staan.

Tot slot, de beurs is bij uitstek een plaats waar ruil, aankoop, verkoop en bovenal veel informatie-uitwisseling kan plaatsvinden. Onder de standhouders bevinden zich onder andere diverse mensen die werken voor de filmindustrie en op zoek zijn naar rekwisieten. Veteranen bezoeken onze beurs om bijvoorbeeld emblemen te zoeken voor oude kameraden, maar vooral ook om heel veel gesprekken te voeren. Beursorganisator Gaston Vrolings heeft de afgelopen jaren meegewerkt aan meerdere publicaties en is afgelopen mei in verband met de belangrijke herdenkingen rondom dodenherdenking en de bevrijding, op televisie te zien geweest in de documentairefilm “Allen tegen Allen”, die ook op IDFA heeft gedraaid en zelfs nog heeft meegedaan voor de nominaties van de Gouden Kalveren. Deze film – die door bijna 800.000 mensen is bekeken – had nooit gemaakt kunnen worden zonder de beurs. Dit geldt ook voor een heleboel andere filmproducties, levende geschiedenis uitbeeldingen en ontelbaar veel boeken en andere publicaties en vooral herdenkingen.

Als iets de afgelopen dagen ook duidelijk is geworden dan is het wel dat er een kentering gaande is in de maatschappij. Zonder ook maar de schijn te willen wekken dat het CIDI en CJO niet serieus worden genomen, zijn we erg blij om te zien dat duizenden mensen in online discussies de beurs verdedigen. Alleen al de vele honderden reacties onder het artikel over de uitzending van Kassa op een site als bijvoorbeeld NU.NL, maar ook op de site van Kassa zelf, laten duidelijk zien dat de beurs op veel maatschappelijke steun kan rekenen en dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking begrip heeft voor onze beurs. Doen we alles helemaal goed? Dat kan niemand, wij ook niet, maar we doen wel heel erg ons best om te proberen het goed te doen. Het klinkt wellicht raar, maar we zijn Kassa toch dankbaar voor deze uitzending. Alles staat weer even op scherp en de discussie over historische verzamelobjecten wordt gevoerd. Met name dit laatste is iets dat we graag zien als het tot verbetering kan leiden. Opdat wij nooit vergeten!

Namens alle mensen die meewerken aan de beurs,
Gaston Vrolings